Het jonge kind (t/m 7 jaar) en Sint

Jonge kinderen leven in een prachtige droom- en fantasiewereld. Alles kan en ze zijn zelf het middelpunt van hun wereld. In groep 1 zie je dit zo mooi terug in hun spel. Ze spelen allemaal hun eigen spel, naast elkaar. Een plank kan een huis worden, een weg, een vliegtuig. In hun fantasiewereld kan het allemaal! Kinderen bewegen, spelen, bedenken, beleven en verwonderen zich. Dat is de magie van de peuter en kleutertijd. Rond de leeftijd van 4,5 en 5 jaar is de fantasie op het hoogtepunt.
In onze maatschappij wordt deze fase onderschat. We willen graag versnellen naar ‘leren’. Helaas…kinderen die deze fase ten volle hebben kunnen doorleven, zijn later veel beter in staat om oplossingen te bedenken, zijn flexibeler bij veranderingen en hebben een betere basis om zich gelukkig te voelen.

In groep 2, tussen de 5 en 7 jaar, zie je dat het ‘denken’ steeds meer wakker wordt. Ze gaan oorzaak-gevolg zien. Het spel in groep 2 verandert. Ze gaan meer samenspelen. Hier is taal een belangrijk element. Samenspelen lukt beter, als jij kunt vertellen wat jij wilt. Kinderen leren dat er soms wel en soms niet naar hen geluisterd wordt.
Kinderen beginnen steeds meer te begrijpen dat zijn/ haar handelen gevolgen heeft voor de ander. Als je iemand slaat wordt iemand verdrietig, als je iemand een cadeautje geeft wordt iemand bij (actie-reactie). De fantasiewereld blijft bestaan!

Kinderen van 6 en 7 jaar hebben meer contact met de wereld om hen heen. Het denken is in aanleg aanwezig en klaar om gebruikt te worden. Kinderen zijn toe aan het denkend onderwijs en vinden hun plek in groep 3.
Ze krijgen meer regie over hun gedrag en kunnen even nadenken voor ze iets doen. (niet perfect, maar wel in ontwikkeling. Deze ontwikkeling duurt tot 28 jaar. je hebt dus ff geduld nodig..) Ze reageren minder impulsief dan toen ze jonger waren.
Vanaf 6 jaar kunnen kinderen duidelijker vertellen wat ze willen en krijgen ze een eigen mening. Ze leren het verschil tussen fantasie en de echte wereld.
En Sint…..met hun verstand weten ze dat sinterklaas niet bestaat, maar doordat ze nog in de magische wereld leven geloven ze nog volop!

Tussen de 8 en de 10 jaar verlaten kinderen de magische wereld en ervaren het leven in volle realiteit. Ze voelen tot in elke cel: Ik ben de enige ik in de wereld. Dit is een belangrijke en intense levensfase. Meer over deze fase vind je hier.

Wat hebben jonge kinderen nodig?

  • Herhaling: omdat in hun magische wereld oneindig veel mogelijk is, hebben ze veel behoefte aan herhaling. Herhaling geeft ze houvast en veiligheid. Dezelfde liedjes, dezelfde verhalen, dezelfde grapjes, elke keer dezelfde routine bij naar bed gaan, etc. Tijdens de sinterklaasperiode hebben kinderen extra behoefte aan herhaling. Het geeft ze rust en veiligheid. (voor jou als volwassene kan het saai lijken, maar jullie kind is je er enorm dankbaar voor!)
  • Speelgoed dat hun fantasie prikkelt. Een stok wordt een staf, het tafelkleed wordt de mantel en een doos wordt een boot. Kinderen maken hun eigen spel en hebben daar niet veel voor nodig. Als jij ziet dat je kind niet goed tot spel komt, heb je waarschijnlijk teveel speelgoed. Kinderen gaan dan rommelen en komen niet tot spel.
  • Elke dag is een afgerond geheel. Elke avond als je kind in bed ligt, mag de dag afgerond worden. Elke dag mag eindigen met een ‘en ze leven nog lang en gelukkig’. (Een cliffhanger van 3 weken, zoals het sinterklaasjournaal is dus NIET passend voor jonge kinderen).
  • Schoen zetten kan ook begin van de avond. Met onze kinderen zetten wij de schoen na etenstijd. Als ze onder de douche vandaan kwamen, was Sint geweest. Daarna konden zij heerlijk slapen en wij ook😉 (oh ja…een schoencadeautje past in een schoen)
  • Gun ze hun fantasie, verbeelding en verwondering. Bekijk Sint op afstand, zodat de magie in stand blijft. Zoek het sinterklaasfeest in beleven, verhalen, liedjes, spelen en een gezellige sfeer.

Ik wens je een fijne sfeervolle Sinterklaastijd!